Meerstammige bomen zijn flink in opmars en terecht, want ze zijn fantastisch. Hun grillige uiterlijk geeft ze een veel natuurlijker karakter dan een boom met maar één stam. Ze nemen iets meer ruimte in dan een enkelstammige boom, maar worden daarentegen minder hoog en zijn vaak zo transparant dat je een heel spannend doorzicht door de takken krijgt. Het zijn daardoor ideale bomen, ook voor kleine tuinen.

Bomen werden vroeger uitsluitend gekweekt als enkelstammige bomen. Brak de hoofdtak af of ontstond er vraatschade, dan werd er wel een zijtak omhoog geleid om als vervangende hoofdtak te dienen. Een boom behoorde immers recht omhoog te gaan. De boom werd vervolgens steeds opgekroond, zodat je uiteindelijk onder de takken door kon lopen. Sinds de schoonheid van meerstammige bomen meer en meer ontdekt wordt, is dat niet langer nodig.

Sterker nog, er zijn zelfs kwekers die zich specialiseren in het kweken van meerstammige bomen. Dan wordt de jonge boomscheut al vroeg in het groeiproces getopt, zodat deze meerdere takken gaat vormen. Bij de meeste boomvormers werkt die ‘truc’, op enkele uitzonderingen na. Zo wordt een ‘meerstammige’ berk gekweekt door meerdere stammen bij elkaar te planten die vervolgens met elkaar vergroeien.

Boom of heester?

Heesters hebben van nature al sterk de neiging om meerstammig uit te groeien. Wil je een heester als opgaande boom kweken, dan moet je continu blijven snoeien. Bij een boom is het net andersom. Die zal - zonder snoei-, breuk- of vraatwonde - juist omhoog groeien en pas hoger in de kroon vertakken. Een meerstammig gekweekte boom ziet er echter vrijwel hetzelfde uit als een (van nature meerstammige) grote heester. Je kunt ze beide op dezelfde manier gebruiken in de tuin.